Home Natuur Open wetenschap: omarm het voordat het te laat is

Open wetenschap: omarm het voordat het te laat is

0
Open wetenschap: omarm het voordat het te laat is


Vrijwilliger Lisa Musgrave roept Robin Delapena, collectieassistent en digitaliseringsspecialist, erbij om een ​​dia met dubbele belichting te zien.

De biodiversiteitswetenschap profiteert van vrijwillige onderzoekers (hier te zien aan het werk in het Fields Museum in Chicago).Krediet: Nancy Stone/Chicago Tribune/Tribune Information Service/Getty

Het ‘open science’-concept krijgt steeds meer navolging, niet in de laatste plaats door de inspanningen van de culturele organisatie UNESCO. De afgelopen jaren heeft de organisatie overleg gevoerd over hoe de wetenschap meer collaboratief, transparant, toegankelijk, rechtvaardig en inclusief kan worden, wat allemaal kenmerken zijn van open wetenschap. En in 2021 publiceerde het een raamwerk voor hoe een werkelijk open wetenschap eruit zou kunnen zien.

Eind vorig jaar publiceerde UNESCO, met het hoofdkantoor in Parijs, een rapporteren over de huidige standing van dit initiatief. Het rapport maakt duidelijk dat, hoewel er voorbeelden zijn van goede praktijken, er nog veel werk te doen is om het potentieel van open science wereldwijd te verwezenlijken.

In 2021 zijn de lidstaten van UNESCO het eens geworden over een definitie van open wetenschap die open toegang tot wetenschappelijke kennis omvat (inclusief de geesteswetenschappen en de sociale wetenschappen); open toegang tot onderzoeksinfrastructuur; open samenwerking tussen wetenschappers en ‘maatschappelijke actoren’ (in wezen al degenen die geen wetenschapper zijn); en een open dialoog tussen verschillende kennissystemen, inclusief tussen wetenschappelijke kennis en inheemse kennis.

De lidstaten beloofden ook om het idea in hun onderzoekssystemen op te nemen, inclusief het gebruik van open-science-principes in door de overheid gefinancierd onderzoek; het ondersteunen van non-profit en gemeenschapsgestuurde publicaties; het aanmoedigen van de publicatie van onderzoek in meer talen; en het stimuleren van de particuliere sector om deel te nemen aan discussies over het bereiken van open-science-doelen.

Het rapport van UNESCO beschrijft verschillende voorbeelden van positieve initiatieven, zoals op het gebied van onderzoekssamenwerking, open entry wetenschappelijk publiceren en publieke betrokkenheid bij de wetenschap. Zo lanceerde de Braziliaanse overheid in 2020 het Nationwide Platform of Analysis Infrastructure, een digitaal platform waarop wetenschappelijke instellingen hun beschikbare infrastructuur kunnen registreren en beschikbaar kunnen stellen aan onderzoekers buiten hun organisatie. Dit is een uitstekende manier om de toegang tot dure apparatuur over de onderzoeksgemeenschap te verspreiden.

Ondertussen raadplegen Zuid-Afrikaanse beleidsmakers onderzoekers om te helpen een nationaal open-science-beleid voor het hele land te creëren. Het doel hier is om meer transparantie, controle en reproduceerbaarheid in het onderzoekssysteem van het land in te bouwen. Het beleid omvat ook maatregelen om de voortgang te monitoren.

De Europese Commissie, gevestigd in Brussel, was een vroege voorstander van open science. Tussen 2002 en 2020 heeft het zijn financiering voor projecten op het gebied van ‘maatschappelijke betrokkenheid’ verhoogd van 88 miljoen euro naar 462 miljoen euro – een bedrag dat nu gelijk staat aan 500 miljoen greenback. Bovendien moesten tien jaar geleden alle wetenschappelijke publicaties die voortkwamen uit het Horizon 2020-programma van de Europese Unie ter waarde van 80 miljard euro open entry worden gepubliceerd. Burgerwetenschap is een ander groeiend gebied in de open wetenschap dat veel beloftes inhoudt, merkt UNESCO op. In 2018 was de helft van alle gegevens in de International Biodiversity Data Facility – een internationale open-access dataopslagplaats gevestigd in Kopenhagen – afkomstig van burgerwetenschappers, tegen ongeveer 10% rond 2007.

Andere indicatoren zijn echter minder rooskleurig. Ongeveer driekwart (73%) van de publicaties in open access-repository’s is in slechts zes talen opgesteld, terwijl bijna de helft (46%) alleen al in het Engels is. En ondanks een deel van de genoemde vooruitgang, constateert het rapport over het geheel genomen dat wetenschappelijke instellingen, zoals universiteiten, nationale wetenschapsacademies en tijdschriften, moeite hebben om gemeenschappen, in al hun diversiteit, te betrekken bij het proces van het creëren van wetenschappelijke kennis zelf.

Open wetenschap sluit aan bij de missie van UNESCO om wetenschap en onderwijs ten goede te laten komen aan de hele mensheid; en met het idee dat toegang tot wetenschap is een mensenrecht. Maar de interesse van de organisatie in open science gaat verder dan deze brede grondbeginselen.

De De Duurzame Ontwikkelingsdoelstellingen van de VN (SDG’s), aangenomen in 2015, zijn de beste poging van de mensheid om een ​​pad naar een betere toekomst in kaart te brengen – en een meer open benadering van de wetenschap zou een grotere rol kunnen spelen bij het bereiken ervan.

Die inspanning heeft zoveel mogelijk hulp nodig: slechts ongeveer 12% van de SDG-doelstellingen zal waarschijnlijk tegen de deadline van 2030 worden gehaald. Het monitoren van SDG-indicatoren is een voor de hand liggende manier waarop burgerwetenschappers kunnen helpen. Enkele van de grootste hiaten in het verzamelen van relevante SDG-gegevens bevinden zich in lage- en middeninkomenslanden, waar burgeronderzoek echt een verschil kan maken. In 2020 ontdekten Dilek Fraisl, een dataonderzoeker bij het Worldwide Institute for Utilized Methods Evaluation in Laxenburg, Oostenrijk, en haar collega’s dat burgerwetenschappelijke projecten al hielpen bij het monitoren van ten minste vijf SDG-indicatoren (D. Fraisl et al. Aanhouden. Wetenschap 15, 1735–1751; 2020). Destijds werd meer dan de helft van de verzamelde gegevens over indicatoren voor duurzame steden, goede gezondheid en welzijn, en schoon water en sanitaire voorzieningen geleverd door burgerwetenschappers.

Er is ruimte voor burgerwetenschappers om meer te doen. VN-agentschappen hebben ook het potentieel onderkend om burgerwetenschappers involved te brengen met officiële data-instanties. De Statistische Commissie van de VN en UN Girls werken samen met onderzoekers in maatschappelijke organisaties hulpmiddelen produceren, zoals toolkits voor producenten van door burgers gegenereerde gegevens.

Het UNESCO-rapport werpt een broodnodig licht op enkele veelbelovende ontwikkelingen in de open science. De uitdaging zal zijn hoe individuele voorbeelden van goede praktijken kunnen worden gebundeld tot iets dat vergelijkbaar is met een kritische massa, zodat ze, in gevallen zoals het monitoren van de SDGs, kunnen worden ingezet om de wereld te brengen waar zij moet zijn.

LEAVE A REPLY

Please enter your comment!
Please enter your name here