Saleemul Huq was een onvermoeibare klimaatwetenschapper en voorvechter van klimaatrechtvaardigheid. Gedurende zijn hele carrière pleitte hij voor de rechten van de armste en meest kwetsbare gemeenschappen ter wereld in de strijd tegen de klimaatverandering. Hij drong aan op mondiale fondsen assist gemeenschappen zich aan te passen en ermee om te gaanen gevestigde instellingen die zijn visionaire doelen weerspiegelden.
Huq portretteerde lage- en middeninkomenslanden als helden in de klimaatcrisis, niet als slachtoffers. Hij stierf op 71-jarige leeftijd en maakte een van de belangrijkste resultaten van zijn werk niet meer mee: de operationalisering van een ‘verlies- en schadefonds’ met 700 miljoen greenback aan initiële toezeggingen bij de opening van COP28, de 28e conferentie van de partijen bij het Raamverdrag van de Verenigde Naties inzake klimaatverandering (UNFCCC) in Dubai, Verenigde Arabische Emiraten, in november.
Huq had ook een uitgebreide onderzoekscarrière. Als hoofdauteur van de derde, vierde en vijfde beoordelingsrapporten van het Intergouvernementeel Panel voor Klimaatverandering (IPCC) speelde hij een cruciale rol bij het vormgeven van mondiale klimaatactie. Zijn werk heeft bijgedragen aan de toekenning van de Nobelprijs voor de Vrede aan het IPCC in 2007, evenals aan de Duurzame Ontwikkelingsdoelstellingen 13 (over klimaatactie) en 17 (over partnerschappen voor de doelstellingen) van de VN.
We naderen de 1,5 °C: hoe weten we dat we dit cruciale opwarmingspunt hebben bereikt?
Huq werd in 1952 geboren in Karachi, Pakistan, en zijn leven werd gekenmerkt door veerkracht en vastberadenheid. Toen hij aan de politieke onrust in Pakistan ontsnapte, begonnen zijn diplomatenouders aan een opmerkelijke reis: start jaren zeventig door Afghanistan om op een ezel India te bereiken. Zijn educatieve pad voerde hem door Duitsland, Indonesië en Kenia, culminerend in een BSc in plantkunde in 1975 en een doctoraat in 1978 aan het Imperial Faculty London, op cyanide-resistente ademhaling in de mitochondriën van planten.
Halverwege de jaren tachtig richtte Huq een onafhankelijke denktank op, het Bangladesh Centre for Superior Research (BCAS) in Dhaka, om milieubeleid te ontwikkelen en de regering van Bangladesh te steunen. Hij was een pionier op het gebied van klimaatadaptatie en hielp risicogemeenschappen hun eigen oplossingen te vinden voor problemen veroorzaakt door het veranderende klimaat. Hij benadrukte dat de aandacht evenwichtig moet worden verdeeld tussen klimaatmitigatie en aanpassing. Als toegewijd aanhanger van het principe ‘de vervuiler betaalt’ drong hij er bij rijke landen op aan om voldoende geld vrij te maken voor klimaatadaptatie in lage-inkomenslanden.
Hetzelfde principe dreef zijn campagne voor een verlies-en-schadefonds. Er zijn tientallen jaren van onderhandelen nodig geweest om dit idee, voor het eerst voorgesteld in het start van de jaren negentig door kleine eilandstaten als Vanuatu, zo ver te brengen dat rijke landen serieus geld zijn gaan toezeggen – niet als hulp, maar als compensatie voor de verliezen die arme landen hebben geleden. -inkomenslanden als gevolg van de industrialisatie in het mondiale noorden. In 2001 leidde Huq de oprichting van een onderhandelingsgroep voor de minst ontwikkelde landen (MOL) onder het UNFCCC. De groep speelde een cruciale rol bij het sturen van de klimaatonderhandelingen naar cruciale mijlpalen, waaronder het veiligstellen van de opwarmingslimiet van 1,5 °C en het aanpakken van verlies en schade als gevolg van klimaateffecten in de Overeenkomst van Parijs.
Een andere belangrijke prestatie was zijn rol als oprichter en directeur van de onderzoeksgroep klimaatverandering bij het Worldwide Institute for Surroundings and Improvement (IIED) in Londen. Zijn baanbrekende inspanningen om klimaat en economische ontwikkeling met elkaar te verbinden leidden tot de Improvement and Local weather Days op COP-bijeenkomsten, dagen waarop prominente specialists de ingewikkelde relatie tussen klimaatactie en duurzame ontwikkeling bespreken. Later werd hij senior fellow bij het IIED.
Catastrofale veranderingen dreigen nu de aarde de ‘omslagpunten’ van het klimaat nadert, aldus het rapport
Huq richtte ook het Worldwide Centre for Local weather Change and Improvement op, een in Dhaka gevestigde samenwerking tussen het IIED, de BCAS en de Impartial College, Bangladesh (IUB) in Dhaka, gericht op aanpassingsonderzoek, ondersteuning van overheidsbeleid en het vergroten van het bewustzijn van de klimaateffecten in kwetsbare gemeenschappen. Toen hij terugkeerde naar Bangladesh als directeur, werd Huq een leidend licht voor veel klimaatonderzoekers, activisten en wetenschappers, waarbij lokaal gestuurde oplossingen werden bevorderd en gemeenschappen die door de klimaatverandering werden getroffen, sterker werden. Hij bleef hoogleraar aan de IUB en adviseur voor de minst ontwikkelde landen. Zijn oprichting van het LDC Universities Consortium on Local weather Change zorgde voor onderzoeksondersteuning, bouwde klimaatkennis op en verminderde de afhankelijkheid van adviesbureaus.
Als pleitbezorger voor klimaatrechtvaardigheid was Huq een constante stem in de media, die opriep tot rechtvaardige oplossingen. In Bangladesh richtte hij de Klimaattribuneeen regelmatige aanvulling op de Dhaka Tribune krant, gewijd aan klimaatjournalistiek. Hij leende zijn experience aan vele andere initiatieven, waaronder het International Middle on Adaptation (een internationale organisatie die aanpassingsoplossingen ondersteunt) en het Local weather Weak Discussion board (een internationaal partnerschap van landen die zeer kwetsbaar zijn voor een opwarmende planeet). In 2020 ontving hij de Nationwide Surroundings Award van Bangladesh en in 2022 werd hij door koningin Elizabeth benoemd tot Officier in de Orde van het Britse Rijk vanwege zijn uitmuntende bijdragen aan de bestrijding van de klimaatverandering. Hij werd geprezen als een van Natuur‘s 10 mensen die de wetenschap in 2022 hebben helpen vormgeven, nadat ze tijdens de COP27-bijeenkomst in Sharm el-Sheikh, Egypte, een principeakkoord hadden bereikt over de oprichting van een verlies- en schadefonds.
Het overlijden van Saleemul is een groot verlies. Hij laat een onuitwisbare erfenis na als visionair leider en onvermoeibaar pleitbezorger voor klimaatrechtvaardigheid. Die erfenis blijft voortbestaan in de vele levens die hij heeft beïnvloed, de instellingen die hij heeft opgebouwd en zijn affect op de strijd tegen de klimaatverandering.